In 't kroegje in de Rue Pigale.
Tekst van E. Bok.
1.
Er is in Parijs, tusschen chique cafe's,.
Een kroegje, onoogelijk klein.
Maar als je een ploeg toffe jongens wilt zien,
Dan moet je bij nacht daar eens zijn!
Daar zijn alle klassen van deez' maatschappij,
En typen, uit haast ieder land,.
Als vrienden, neen, broeders - vereenigd to zaám,
Daarom kom 'k er gaarne als klant!
Refrein:
In 't kroegje in de Rue Pigale
Daar zijn ze internationaal.
Daar kweekt de rauwe levensstrijd
Pas hechte solidariteit !
In 't kroegje, in de Rue Pigale
Daar spreekt men bijna ied're taal.
De vriendschap is daar niet ,kwansuis",
Maar 't is: ,Samen uit, samen thuis !".
2.
Daar komt „Lange Boris", een Russische graaf,
Die ,,preest" in de dancings in rok.
Een zeldzaine dancer -- en 's nachts komt hij thuis
Met 'n schitt'rend collier, of bréloque.
Dan hebben wij Moesta -- een tengere Turk,
Die zelfs met de rechters nog „dolt".
Hij heeft laatst nog, bij een voor-onderzoek,
‘n Griffler zijn horloge gerold!
3.
En dan onze Walter, een Bremer artist,
Een pracht artistiek teekenaar.
Die maakt je een paspoort voor 500 Francs,
Terwijl j' er op wacht, is het klaar.
Hij maakt doodgewoon van een Zwitser een Rus
Of zegt plechtig: „U 's Portugees!".
Zoo maakte hij gister -- het is heusch geen mop,
‘n Japanner tot Nanking-Chineesch!
4.
Maar toch dat geboefte heeft harten van goud,
Ze helpen een vriend in den nood.
En als ieder steunde zoo die jongens doen,
Dan was de ellend' niet zoo groot.
Bij ons gaat geen bedelaar hongerig heen
Bij ons vormt de afkomst geen grens.
Wij kijken alleen naar een jovele vent,
Wij boeven zijn breeder als mensch.
|